
Zal ik het zeggen, denk ik?
Ik zit met twee ondernemers aan tafel, voor een interview. Dat doe ik in opdracht van een nieuwe klant: een ondernemersvereniging, die elke maand twee leden in de spot wil zetten, via een duo-interview.
Leuk gesprek met twee ondernemers die elkaar niet eerder hadden ontmoet.
Het begint formeel, over het bedrijf, de uitdagingen, maar al snel ‘dalen’ we af naar de mens achter de ondernemer. En – wat mij betreft – dan wordt het pas echt interessant.
Ze zijn allebei rond de vijftig, vertellen dat ze hun leven lang altijd heeeeel veel uren in de week hebben gewerkt. De een vaak zeven dagen in de week, de ander minimaal 80 uur. Ze stonden altijd aan. Maar … ze hebben geleerd om dingen los te laten.
Overlap met gesprek met een bruidspaar
Ik was midden twintig toen ik voor het eerst voor de krant op pad werd gestuurd voor een interview. Ik herinner me dat gesprek nog precies. De boerderij, de keukentafel, het onderwerp, de vragenlijst die ik bij me had.
Sindsdien heb ik duizenden mensen geïnterviewd. Life. Telefonisch. In alle kleuren en alle smaken.
Ik hoef me intussen amper nog voor te bereiden op een interview. Stap een gemiddeld gesprek met wie dan ook net zo blanco in als mijn schrijfblok, zonder vragenlijst sowieso.
En het blijft mooi als een gesprek vervolgens de diepte in gaat, net een laagje onder de bovenkant. Als mensen net iets meer van zichzelf durven laten zien. Dat levert per definitie mooiere verhalen op.
Zo gaat dat met bruidsparen ook.
We beginnen aan de oppervlakte, maar naarmate het gesprek vordert, dalen we af naar waar de ‘schatten’ liggen. Dan duiken we de mooiste verhalen op.
Zal ik het vragen?
Het gesprek met de twee ondernemers gisteren duurt iets meer dan een uur. En op een gegeven moment vertelt een van hen, degene die zeven dagen per week werkte, een partner tegen is gekomen. Dat die hem anders naar het leven heeft laten kijken. En … dat hij dit jaar gaat trouwen.
Sowieso: mooi toch?
Dat een gesprek met drie mensen die elkaar nooit eerder spraken, die bij elkaar zitten om over business te praten, dat we dan uitkomen op de liefde, om het maar eens in trouwambtenarentaal te zeggen.
En ik sta op het punt …
Want hij gaat trouwen. Zou hij al een trouwambtenaar hebben, flitst er door mijn hoofd. Moet ik zeggen dat ik babs ben?
Nee, ik doe het niet.
Want het gaat hier niet over mij. Het gaat over deze twee ondernemers. Het is hun verhaal. Het mijne doet er niet toe. Ik ben slechts de interviewer. Degene die de schatten opduikt om die door een ander te laten exposeren.
En ik laat het moment aan me voorbij gaan.
Is dat attent?
Is dat bescheiden?
Allebei, denk ik wel.
Maar … ook niet echt zakelijk -)
[…] van twee verschillende bedrijven. Ik was gevraagd om hen te interviewen voor een artikel. En ik schreef al eerder dat ik me tegenwoordig niet meer zo uitgebreid voorbereid als in mijn begindagen als schrijver. Dat […]