
Ik wil bescheiden zijn. Moet bescheiden zijn. Dat is mijn sterke punt, zeg ik altijd. Juist die bescheidenheid, die bijna jongensachtige onschuld, zorgt altijd voor de klik met nieuwe bruidsparen. Maar ik geef het je te doen, hoor. Het is bijna niet te doen om bescheiden te blijven.
Neem afgelopen zaterdag.
Even voor het beeld: de locatie zag er ongelofelijk gaaf uit. Je waande je er op een klein festival, met verschillende tentjes die ieder een eigen sfeer hadden. En omdat het bruidspaar elkaar op wintersport had leren kennen, was er zelfs een après-skitentje.
Vlak na de ceremonie, rond half vier, zie ik dat de eerste shotjes Jägermeister al worden aangerukt. Dat wordt een gezellig feestje, denk ik.
Terwijl ik mijn spullen bij elkaar aan het pakken ben, stapt Stefan, een van de trouwfotografen, op me af.
‘Dit is in de afgelopen zeven jaar verreweg de mooiste ceremonie die ik heb meegemaakt’, vertelt hij me.
‘Dankjewel’, antwoord ik. ‘Dat vind ik fijn om te horen. Al hoop ik dan wel dat je er meer dan één per jaar hebt …’
Nou, dat had hij. Hij deed minimaal twintig ceremonies per jaar. Sommige waren traditioneel, andere wat vlotter. Hij had op ceremonies mogen fotograferen met trouwambtenaren die in het echte leven cabaretier waren en gewend waren om de lachers op hun hand te krijgen. Maar er kon geen enkele ceremonie tippen aan die van zojuist, vertelde hij me.
‘Goh … Nou …’, zeg ik, een tikkeltje beduusd.
En hij kent nog meer deuntjes met zijn loftrompet, blijkt. Want wat hij vooral bijzonder vond, was dat ik de humor zo persoonlijk had gemaakt. De ‘echte’ cabaretiers waren grappig, zonder meer, maar hadden in de regel een standaard woordje. Mijn humor was helemaal afgestemd op het bruidspaar. Dat vond hij ongelofelijk knap en wilde hij me toch even meegeven.
‘Zo is het wel genoeg’, wil ik zeggen.
Maar ik krijg de kans niet.
Want een ceremonie als deze maakt zijn werk als fotograaf veel prettiger om te doen, zegt hij: “Veel bruidsparen vragen me altijd of ik de emotie tijdens een ceremonie wil vangen. De traan en de lach dus. Nou, die laatste was er vandaag volop. Dus: hartstikke bedankt!”
En toen kapte ik hem toch echt af.
Mijn bescheidenheid zie ik altijd als een sterk punt. Als Stefan nog langer zo doorgaat, denkt iedereen aan mijn rode wangen te zien dat ook ik een paar Jägermeistertjes weggetikt heb na de ceremonie.
En terwijl ik me omdraai, stapt een oom van het bruidspaar op me af:
‘Jeroen, het was geweldig. Wanneer is je theatershow? Ik kom!’
Ik bedank hem voor zijn woorden, maar voel me nu erg ongemakkelijk. Ik sta dadelijk niet meer voor mezelf in, voel ik. Als nog één iemand enthousiast reageert, ben ik bang dat ik de controle over mezelf zal verliezen, dat ik de microfoon weer pak, het podium opklim, voorgoed met mijn bescheidenheid breek en begin te zingen: ‘Het is moeilijk bescheiden te blijven wanneer je zo goed bent als ik …’
Ik sluit mijn ogen.
Bescheiden blijven, zeg ik in mezelf.
Blijf bescheiden.
Blijf bescheiden!
Dat is mijn sterke punt.
Adem in. Adem uit.
Het is me gelukt. Ik ben nog steeds ontzettend bescheiden. Maar het valt me zwaar, hoor 😉