de trouwceremonie, de opa van negentig en een leven als een schrijver

d

‘Blijft u tot het einde’, vraag ik.

Hij is negentig jaar oud, heeft hij me net toevertrouwd, als hij zaterdagmiddag, direct na de trouwceremonie, kloek als een vijftiger, naar me toe komt gelopen en een gesprekje met mij begint.

‘Wat dacht jij? Natuurlijk!’

‘Met een dansje’, vraag ik.

‘Dat is nog niet zeker’, lacht hij ondeugend.

Hij vertelt me zijn levensverhaal in een notendop. Geboren in Rotterdam, werd chemicus – zo ziet hij er ook nog steeds uit: de haren net zo jofel op zijn hoofd als zijn jasje om zijn lijf – is op zijn 30e voor zijn werk verhuisd naar Limburg, waar hij nog altijd woont. Met zijn vrouw, ‘pas 89’, vandaag naar het Brabantse gereisd, om de bruiloft van zijn kleinkind bij te wonen.

Zijn geest is nog messcherp.

Hij vertelt me dat hij zojuist drie boeken van Proust heeft gelezen. In het Frans. Puur uit interesse. Omdat hij de laatste tijd regelmatig over deze schrijver hoorde, wilde hij meer hem van af weten.

‘Wat vond u ervan?’

‘Slecht’, antwoordt hij. ‘Het greep me niet.’

Marcel Proust stierf in 1922, op 51-jarige leeftijd. Hij had toen een groot oeuvre op zijn naam staan, hij won prijzen, er is een dorp naar hem genoemd, er bestaat zelfs een Proust effect, wat het fenomeen is waarbij bepaalde geuren, smaken of geluiden onvrijwillige herinneringen uit ons verleden kunnen oproepen, en … hij wordt nog steeds gelezen.

Ergens maakt dit hem onsterfelijk.

Dat klinkt, in alle ijdelheid, aanlokkelijk. Dus soms, heel soms, bedenk ik wel eens hoe het zou zijn om een boek te schrijven. Het is niet perse dat ik dat diep van binnen wil, dat er een verhaal in me aan het broeien is dat er uit moet, maar ik zou wel eens willen weten of ik het überhaupt zou kunnen, iets schrijven dat langer en boeiender is dan een verhaaltje op deze plek. Iets dat wel inhoud heeft zeg maar …

Toevallig vandaag, bij de boterhammen tussen de middag, een boek uitgelezen dat ik voor het weekend ben begonnen. Ging over een man die in een beschermingsprogramma zit, maar terug moet naar Nederland om voor zijn twee zonen te zorgen, nadat zijn ex is overleden. Hier ontmoet hij een oorlogsveteraan, die hem meesleept in een plan om de hele Randstad een paar dagen plat te leggen.

Klinkt wazig. Dat was het eerlijk gezegd ook. Maar het las wel prettig weg. Dus als dat het criterium is …

En ook nu flitste het door me heen, toen ik de laatste bladzijde van het boek om had geslagen: zou ik het kunnen … ?

Maar zodra ik het boek weg heb gelegd, vervliegt die gedachte weer net zo snel als dat hij bij me op was gekomen.

Al die tijd die er in het schrijven van een boek gaat zitten, die heb ik helemaal niet. Of moet ik me dan een paar maanden terugtrekken in een oud Frans boerderijtje, in totale afzondering, om me volledig op mijn schrijven te kunnen storten?

Maar mijn grootste bezwaar tegen het schrijven van een boek, sinds zaterdag, voor mij, die het nog altijd wel belangrijk vindt wat een ander er van vindt wat je doet, ook als trouwambtenaar, is toch wel dat over honderd jaar twee Franse mannen elkaar ontmoeten op een feestje, de een al wat ouder, de ander van middelbare leeftijd. Dat die het hebben over een boek dat de een heeft gelezen. Van een Nederlandse schrijver, Jeroen Vissers. En dat ze het daar dan samen over hebben.

‘Wat vond u ervan?’

‘Slecht …’

Share

Wie ben ik?

Jeroen Vissers

Trouwambtenaar Jeroen is Jeroen Vissers. 'Jeroen is echt de meest fantastische trouwambtenaar ever!!! Wauw zeg… zo gaaf!!!!! Aanrader voor iedereen!!!' Voor als je een persoonlijke, liefdevolle ceremonie mét ruimte voor de lach!

1 Reactie