‘Wie heeft er tips voor mij voor een goed huwelijk?’
Dat vraagt de radiopresentator die over drie dagen gaat trouwen.
Het is vrijdag. Ik ben thuis de slaapkamer van een van de kinderen aan het teksen. Radio aan. Nederlandstalig. Dat hoort zo, vind ik, als ik aan het klussen ben. Keihard meezingen.
Alle clichés komen de minuten daarna op de radio voorbij. ‘Verras elkaar’, ‘blijf energie in elkaar steken’, ‘accepteer elkaar om wie je bent’ tot aan de allerergste, waarvan ik weet dat ook sommige trouwambtenaren die in hun ceremonie gebruiken: ‘liefde is een werkwoord’.
#magikeenteiltje
Maar dan komt er een man aan de telefoon.
‘Communiceren’, zegt hij. Eén woord. En hij laat een kleine stilte vallen.
Ja, duh … denk ik. Weer zo’n dooddoener.
Totdat hij weer het woord neemt.
‘Zo min mogelijk communiceren!’
De presentator lacht. Ik ook. Ik vind dat leuk. Dat je, ik als luisteraar deze keer, op het verkeerde been wordt gezet. Het een verwacht, maar het andere krijgt.
Het onverwachte is juist zo mooi
Toen ik het gesprekje op de radio hoorde, dacht ik: dat is ook wat ik zelf wel een beetje doe als trouwambtenaar, denk ik.
Alleen al qua verschijning. Meestal draag ik mijn toga tijdens een ceremonie. Of het moet zijn dat een stel zegt: ‘Nee, die toga vinden we niks. Trek maar een pak aan of iets waar je je lekker in voelt.’
Dan doe ik dat.
Ik houd van die toga. Maar ergens begrijp ik zo’n stel ook wel: zo’n toga ziet er ‘ambtelijk’ uit, een beetje statig en statisch misschien ook wel. Dus als je daggast bent, klaar zit voor de ceremonie en mij daar achter mijn deskje ziet staan, dan is misschien je eerste indruk: ‘oké, dat wordt weer zo’n stijve, traditionele ceremonie …’
Totdat die ceremonie dus begint …
Ik houd daar wel van, dat onverwachte!
Moet ik iets aan mijn verschijning doen?
Toch heb ik zelf wel eens gedacht: moet ik niet eens iets aan mijn verschijning doen? Een hip hoedje opzetten, een geinig giletje aantrekken of mezelf een kinky kapsel aan laten knippen?
Dat is ongetwijfeld goed voor mijn branding. Goed voor het ‘merk’ Jeroen. Want als je uiterlijk net een slagje anders is, zal jouw ‘show’ dat ook wel zijn. Staaltje psychologisch campagne voeren, is dat dan.
Maar ik kan maar niet bedenken wat die gimmick moet zijn?
Mijn kapster schiet nu al in de kramp als ik haar vraag of ze er een keer iets anders van kan maken. ‘Laat maar’, zeg ik altijd, als ik aan haar gezichtsuitdrukking zie dat dit onbegonnen werk is. Laat staat dat ik haar ook nog eens vraag om mij via mijn kapsel te branden!
Hé, maar ik draag toch graag hoedjes?
Ja, klopt. Op vakantie.
Een paar jaar geleden ben ik in Amsterdam een hoedenwinkel binnengelopen, omdat ik dan ook wel eens een ‘echte’ hoed zou willen dragen, ook thuis of op straat. Ik heb heel veel hoeden gepast. Conclusie van de verkoper, die hij mij letterlijk ook zo vertelde: ‘Jij hebt geen hoedenhoofd.’
Dus nee, geen hoed!
Hoop dat jullie de lat niet te hoog leggen
Ik weet het niet.
Kom er niet helemaal lekker uit.
Tot die tijd zul je het met die twee meter schoon aan de haak moeten doen. In toga of strak in het pak.
Geen stropdas in de kleuren van de huisstijl van de trouwlocatie, geen sokken met daarop de initialen van het bruidspaar, geen tattoo net boven het kraagje van mijn toga uit met de tekst ‘liefde is een werkwoord.’
Heel cliché allemaal.
Ik weet niet wat jullie precies in een trouwambtenaar zoeken. Ik hoop dat jullie de lat aan het uiterlijk niet te hoog leggen, want ik moet het, helaas helaas, écht van mijn woorden hebben -)




[…] weken terug schreef ik over een radiopresentator die zijn luisteraars om tips vroeg voor een goed huwelijk. Die blog las ik zojuist terug (hé, er moet toch iemand die verhalen lezen […]