
‘Als ik papa en mama ga trouwen, heb ik een toga aan’, zeg ik. ‘Dat is een soort jurk …’
Het is een van de standaard vragen aan een bruidspaar: willen jullie dat ik een toga draag?
Het meest gehoorde antwoord: ‘Ehm …’
Dit stel was duidelijk: ja, leuk!
Even tussendoor, maakt dat dan verschil: of ik in toga trouw of zonder toga?
Nee, hoor. Dat is puur gevoel. Mijn kleding doet niks af aan mijn status als babs.
Zonder toga is gevoelsmatig wat losser. Dat kan je voorkeur hebben. Van de andere kant: zonder toga had ik, strak in pak gestoken, ook een van de gasten kunnen zijn. Met toga ben ik dan toch heel duidelijk degene die een rol heeft in de ceremonie.
Als ik op een locatie aan kom en ik heb mijn toga in de kledingzak bij me, dan ziet iedereen: Ah, de babs! Waarna ik met alle égards wordt behandeld 😉
Die toga maakt het wat statiger of officiëler. En hé, uiteindelijk is trouwen dat ook! Het officieel maken van jullie liefde.
Is een toga stijfjes?
Dat hoor je wel eens. Stijfjes of ouderwets. Ben ik het niet mee eens. Een ambtenaar kan stijfjes en ouderwets zijn, wat hij draagt doet daar wat mij betreft niks aan af.
Maar goed, daarom vraag ik dat altijd aan een bruidspaar: willen jullie dat ik een toga draag? Mij is het uiteindelijk om het even. Ooit heb ik een stel mogen trouwen dat alles in beach sferen had ingericht en zelf ook zo was gekleed. Hun uitdrukkelijke verzoek aan mij was of ook ik in die stijl wilde opdragen. Wat schrokken ze toen ik in mijn Speedo op kwam … Nee hoor, er zijn grenzen; ik zag er zomers, maar onberispelijk uit 😉
Maar goed: afgelopen vrijdag.
Ik in mijn toga.
En dat niet alleen.
Want niet alleen het bruidspaar en de gasten doen ’s morgens hun uiterste best om er op hun allermooist uit te zien. Ik ook … Fris koppie, haren in de plooi, glad geschoren, tandjes gepoetst, stropdas strikken (en nog eens en nog eens en nog eens en … zovoorts).
Ik zag eruit zoals een babs eruit moest zien, vond ik.
Maar niet iedereen was het daar mee eens.
‘En,’ vraag ik aan de dochter van het bruidspaar, dat ik bij de ontmoeting dus al had ontmoet. ‘Wat vind je van mijn jurk …?’
En ik dacht dus altijd dat ik er redelijk strak en stijlvol uitzag. Zij hoefde niet na te denken:
‘Je lijkt op Harry Potter!’